Het meisje dat uit de hemel viel

De legende van het eiland Bohul

In den beginne was er voor mensen geen land om op te wonen. Er was alleen een hemel, met zijn zachte koude wolken en daaronder een onmetelijk meer. Op een dag werd de dochter van de leider van de hemel ziek. Haar naam was Mayang. Haar lichaam was zo koortsig dat het leek of ze in brand stond. Ze wilde niet eten. Elke dag werd ze zwakker en zwakker. Tenslotte riep haar bezorgde vader de medicijnman erbij. De medicijnman onderzocht het meisje. Hij voelde haar voorhoofd. Hij hield haar bleke koude hand vast. En toen schudde hij zijn hoofd en zei: "De enige genezing voor haar is te vinden bij de wortels van de wilde 'balete'-boom. Alleen dan zal ze genezen." De leider gaf toen opdracht aan zijn bedienden om een gat te graven rondom de boom. De 'balete' was een oude reus van een boom en zijn wortels reikten tot diep onder de wolken. Toen het gat was gegraven maakten de bedienden een tuig en lieten Mayang voorzichtig in het gat zakken.

Maar Mayang was zo dun geworden dat ze door het tuigje heen slipte. Het arme meisje viel. Lager en lager viel ze, sneller en sneller in het onmetelijke meer. Ze was te verbaasd om een geluid te maken. Een groepje wilde eenden die in het meer zwommen zagen het meisje hoog uit de hemel vallen. "Snel," zei de grootste eend tegen de andere eenden. "We moeten haar opvangen." Precies op tijd zwommen vijf eenden zo dicht bij elkaar dat ze een zacht donzig kussen vormden. Mayang landde licht op hun ruggen.

Toen Mayang rondkeek zag ze niets anders dan water. Bang en alleen gelaten begon ze te huilen. Pagong de schildpad kwam toevallig net langs gezwommen en zag het meisje huilen. Ze was een oude vriendelijke schildpad die niet graag iemand ongelukkig zag. "Huil niet, arm meisje," zei Pagong. "Wat is er aan de hand?" Vallen de eenden je lastig?" - "Nee, absoluut niet" kwaakten de eenden. "We hebben haar gered en houden haar nu drijvend op onze ruggen." - "Ja dat is zo," zei Mayong, die een beetje was bijgekomen van de schrik. "Dit is wel leuk. Deze zachte veren doen me denken aan de wolken van thuis." Maar toen ze aan thuis dacht begon ze weer te huilen.

Pagong keek haar nieuwsgierig aan. Ze had nog nooit eerder een klein meisje gezien. "Wat is je naam, mijn schat?" vroeg ze. "En waar kom je vandaan?" - "Mijn naam is Mayang en ik kom van... van daarboven." Ze wees op een gat in de hemel. "Ik zal je helpen," beloofde Pagong. "Ik moet alleen een manier zien te vinden hoe."

En dus riep Pagong de dieren van het meer bij elkaar voor een vergadering. "We moeten dit arme meisje helpen," zei de grote schildpad tegen de dieren. "Wat is er met haar aan de hand?" vroeg Karpa, de luie oude vis. "Kan ze niet zwemmen?" - "Nee, ik geloof niet dat ze kan zwemmen," antwoordde Pagong. "Kijk hoe klein haar zwempoten zijn."

Plotseling had Pagong een geweldig idee. "Ik heb het," schreeuwde ze. "We moeten een eiland voor haar maken." - "Een eiland mmmaken?" vroeg Alimasag de krab. "Hhhoe?" - "Makkelijk," zei Pagong. Ze richtte zich naar Palaka, de jonge kikker die was neergestreken op een lelieblad. "Jouw poten zijn lang en met jouw achterpoten kun je ver komen." Palaka keek verheugd. Hij was trots op zijn sterke poten. "Dus," vervolgde Pagong, "moet jij naar de bodem van het meer gaan en wat aarde naar boven halen." Palaka was te blij om opschepperig te doen. Hij verdween, maar voordat je tot tien kon tellen kwam zijn hoofd alweer boven water. "Het is te donker en spookachtig daar beneden," hijgde hij. "Iemand anders moet de aarde halen." En daarmee zwom Palaka weg. "Kkkan ik het niet proberen?" vroeg Alimasag. "Ik ben nnniet bang in het dddonker." Alimasag verdween in het water maar kwam al gauw sputterend weer naar boven. "Iiik kon de bodem niet vvvinden," zei ze. "Het is zó diep." En toen zwom ook zij weg.

Nu begonnen de eenden echt te klagen. Pagong wist niet wat hij moest doen. Plotseling hoorde ze een laag, schor geluid dat zei, "Ik ga." Het was een oude pad die dat zei. De eenden begonnen zelfs nog luider te klagen. Mayang was erg zwaar om te dragen. "Houdt op met dromen, oude pad! Als de kikker het niet kan waarom denk je dat jij het dan wel kunt? Te gevaarlijk!" kwaakten ze allemaal op hetzelfde moment.

Maar de pad was al in het diepe, donkere water gedoken. Minuten verstreken. Een lange tijd daarna, kwam de pad weer boven. "Ik hab aarde in mijn mond," zei hij met zijn lage stem. "Dat is goed," zei Pagong. "Bedankt voor..." Toen realiseerde ze zich wat de pad eigenlijk wilde zeggen... "Je hebt 't? De aarde van de bodem van het meer zit in je mond?" In plaats van te antwoorden opende de pad zijn mond. Hij spuugde de aarde op de rug van de schildpad en alle dieren hielpen om het rond te spreiden totdat het groot genoeg was voor het meisje.

Uit deze aarde ontstond een eiland, een groot eiland dat de vorm van een schildpad had aangenomen. Het meisje dat uit de hemel was gevallen woonde op haar nieuwe eiland. Het eiland werd Bohol genoemd, en de dochter van de leider van de hemel werd de eerste Boholano.

Samenvatting: In de tijd dat er nog geen land was voor de mensen, valt er een meisje uit de hemel. Gelukkig landt ze niet in het onmetelijke meer, maar wordt ze opgevangen door een aantal eenden. De waterdieren besluiten een eiland voor het meisje te maken zodat er aarde voor haar is om op te leven.

Toelichting: Een sprookje uit de Filipijnen uit de mondelinge verteltraditie.

Veel verhalen uit de Filipijnen lijken te gaan over het ontstaan van kenmerkende vormen in het landschap, en worden dan ook legenden genoemd. Dat is dan vaak alleen een toevoeging aan een bekend sprookjesthema of -motief. Omdat 'Het meisje dat uit de hemel viel' ook echt buiten het aardse begint en er geproken wordt van een heer van de hemel, lijkt het in dit geval toch meer een oorspronkelijker verhaal te zijn en volgt het verhaal een motief van de scheppingsverhalen.

Bron: Klassieke legendes uit de Filipijnen, naverteld door: Maria Elena Paterno. Vertaald door Karin Bruggert (Stichting Beleven). www.beleven.org